AZet u is … Greetje
In 2002 beleefde ik hier een boeiende stage en meteen nadien startte ik als verpleegkundige op het operatiekwartier. Sindsdien heb ik heel veel watertjes doorzwommen. Twintig jaar later ben ik verantwoordelijk voor de studentenwerking en begeleid ik studenten die hier zelf stage doen. De cirkel is dus mooi rond!
Een echte OK-verpleegkundige
Een stage is ideaal om uit te zoeken waar je voorkeur ligt. Dat merk ik aan de gesprekken die ik voer met de studenten en zo ging het ook voor mij. Ik wist heel vlug dat ik niet gemaakt was om op een afdeling te staan. In het OK (operatiekwartier, nvdr.) wist ik meteen dat er “een match” was, dat het klikte.
Een OK-verpleegkundige is goed georganiseerd, werkt zelfstandig én in teamverband en is bijzonder flexibel. Elke dag is anders, want je staat elke dag in een andere operatiezaal. Dat betekent ook dat je elke dag in een andere discipline van de geneeskunde werkt. Verschillende disciplines, verschillende chirurgen, verschillende anesthesisten, … het zijn verschillende manieren van werken. Het is een zeer veeleisend beroep en je moet er stevig voor in je schoenen staan. Ik heb vaak gedacht dat ik het niet zou kunnen, reed dikwijls huilend naar huis en sprak er veel over met mijn ouders. Die ervaring is me altijd bijgebleven en toen ik al meer geroutineerd was in mijn functie nam ik daarom de nieuwe, vaak jongere collega’s maar al te graag onder mijn vleugels. Zij konden altijd bij mij terecht, ik was een soort mama van het OK. Het is in die periode dat de eerste zaadjes werden geplant voor de functie die ik vandaag heb. Het heeft altijd in mij gezeten om kennis en ervaring door te geven.
Privéomstandigheden bepalen ook je loopbaan
Ik heb 17 jaar op het OK gestaan, waarvan 5 jaar op de afdeling MKA (mond – kaak – en aangezichtschirurgie, nvdr.). Mijn partner zat toen bij de special forces en was dus vaak afwezig. Met een kleine baby in huis was een ploegenrooster voor mij niet meer mogelijk en kon ik gelukkig naar een dienst waar de uren beter te combineren waren met het prille moederschap. Werkinhoudelijk vond ik dat erg fijn omdat we – in tegenstelling tot op het OK – in de afdeling MKA de patiënt volgen van de eerste consultaties tot de post-operatieve zorg. Ik heb er veel van opgestoken. Gezien mijn gezinssituatie was het voor mij absoluut de juiste keuze. Maar na die 5 jaar ging ik wel terug naar het OK, want daar werkte ik toch het liefst.
De zoektocht ging echter verder. Ik zocht nog steeds naar dat evenwicht van een fijne job en voldoende tijd voor mijn rol als mama. Ik nam een jaar loopbaanonderbreking om les te geven. Het was keitof om voor de klas te staan en de leerlingen allerlei spannende verhalen te vertellen over mijn 17 jaren als OK-verpleegkundige. Ik was er ook stagebegeleider. Helaas kon ik geen lesuren meer krijgen voor het volgende schooljaar, dus kwam ik terug naar het OK. Maar het is duidelijk dat het contact met de studenten opnieuw zaadjes heeft geplant voor mijn huidige functie.
Ik kwam terug in een heel tof team op het OK en ik dacht eerlijk gezegd niet dat ik er ooit nog zou weggaan, maar dan sloeg het lot toe. Ik kreeg zware gezondheidsproblemen en toen er in 2018 nog een arbeidsongeval bij kwam, was dat het einde van mijn beroep als OK-verpleegkundige. Het was zowat het ergste dat mij toen kon overkomen.
Blijven zoeken, blijven vechten
Met mijn zoontje Ferre en alle gezondheidsproblemen ging ik opnieuw op zoek naar hoe ik ons leven kon inrichten. Ik werkte 3 jaar in een woonzorgcentrum als leidinggevende, maar ik merkte dat ik het werk te persoonlijk nam. De oudjes waren stuk voor stuk “mijn omaatjes en opaatjes” en ik kon helaas de zorg niet organiseren naar mijn visie. Ik volgde mijn gevoel, trok mijn stoute schoenen aan en stuurde een mail naar de personeelsafdeling van AZ Monica: “Hallo, ik ben het, ik heb 17 jaar bij jullie gewerkt. Ik zoek dit soort job, deze uren, … hebben jullie een plaatsje voor mij?” Het duurde even, maar toen kreeg ik dit aanbod. Ik voelde meteen dat het helemaal mijn ding zou zijn. Ik had mijn ervaring als stagiair, nieuweling, ervaren verpleegkundige én als patiënt. Dat zei ik ook tijdens het sollicitatiegesprek: ik wil iets goeds doen met alles wat mij is overkomen.
Vanuit mijn rol wil ik het verschil maken voor de studenten, maar ook voor de patiënten. De studenten zijn onze collega’s van morgen en daarom is het ontzettend belangrijk dat we hen een warm onthaal geven, goed begeleiden en ons ten volle voor hen inzetten. Gelukkig komen ze bij AZ Monica terecht in een kleinschalige, familiale sfeer. We zorgen voor een goede opstart, uitgebreide rondleidingen en besteden ook veel aandacht aan het persoonlijke in de vorm van gesprekjes, mailtjes en andere ontmoetingen. Meer dan de helft van onze stagiaires komt hier werken, dus de persoonlijke aanpak werpt vruchten af.
Dankbaar leven in het hier en nu
Als ik zeg dat ik gezondheidsproblemen had, dan is dat het understatement van de eeuw. Maar ik heb een manier gevonden om daar bewust in te staan en daar kracht uit te halen. Daarnaast is mijn zoon ook mijn drijvende kracht. Ik leef helemaal in het nu. Vandaag is een goede dag en daar ben ik dankbaar voor. Wat zich morgen aandient, pak ik morgen aan. Het is de enige manier voor mij om ermee om te gaan. Anders laat ik mijn leven bepalen door die onzekere factor die mijn gezondheid is en dat is geen optie. Het zal mijn leven niet bepalen. Ik ben dankbaar dat ik nu de maturiteit en het bewustzijn heb om daar op die manier in te staan. Ik ben meer dan alleen ‘ziek’ of ‘mama’. Op het werk ben ik ook iemand anders, iemand met een missie om haar studenten iets bij te brengen, te helpen in hun zoektocht en op te vangen wanneer nodig.
Zelfzorg is een essentieel onderdeel van die positieve houding. Ik zorg heel graag voor anderen, maar met opgeladen batterijtjes lukt dat veel beter en ben ik ook een betere mama voor Ferre.