AZet u is … Tom

AZet u is … Tom

Ik ben hier één straat verder geboren, op de Europasquare, toen was daar nog een geboortehuis maar intussen is er een woonzorgcentrum. Ik ben van de Slachthuiswijk in Antwerpen, mijn moeder had er het bekende café-restaurant Piétrain waar haar biefstukken grote faam vergaarden. Mijn ouders hadden wel de verwachting dat ik het café ging overnemen en mijn grootouders hadden mij graag naar de hotelschool in Koksijde zien gaan, wat ook wel leuk had geweest, maar dat lag mij niet.

Iets met ambulances

Als kind zag ik tijdens een fanfare de trombonespeler ineens neervallen, voor mijn voeten. Ik was nog klein en begreep het niet zo goed. Mijn grootouders trokken mij ook niet weg, maar bleven staan. Er gebeurde van alles voor mijn ogen en ik heb dat allemaal gadegeslagen. Van toen af aan was ik gefascineerd over wat die mensen allemaal doen bij hun patiënten. Toen wist ik al dat ik later ooit iets zou doen met ambulances. Het heeft mij nooit meer losgelaten. Ik begon mijn loopbaan in het Stuivenbergziekenhuis. Mijn grootvader had veel liever dat ik in het Middelheimziekenhuis ging werken, want die waren bekend van de openhartoperaties. In het Stuivenbergziekenhuis kwamen dan meer steek- en schotwonden, maar dat vond ik net fascinerend!

Mijn toenmalige buurjongen is naar de hotelschool gegaan. Hij is ondertussen hotelmanager in Amerika. Misschien had ik daar zonder die fanfare ook gestaan? Ik ben in ieder geval nog steeds heel blij met mijn studiekeuze. En ondertussen bestaan de cafés van toen nog steeds, dus ik kan er nog altijd eens naartoe, ook al staat mijn ouders niet meer achter de toog 😉

Levenslang leren

Ik heb mijn opleiding verpleegkunde gecombineerd met een opleiding tot hulpverlener-ambulancier. Tijdens mijn opleidingen werkte ik al bij de ambulancedienst en hielp ik in het bekende theatercafé van mijn vader, ‘De Duifkes’ in Antwerpen. Ik was dus letterlijk elke dag met iets bezig. Eenmaal verpleegkundige smeet ik me op een bachelor na bachelor Intensieve Zorg en Spoedgevallenzorg. Meteen na die opleiding studeerde ik nog eens verder, deze keer voor het diploma Zorgmanagement. Mijn interesse in operationeel management bleef maar groeien en daarom besloot ik om ook de masteropleiding te volgen. Ik ben het gelukkigst als ik kan blijven bijleren en mezelf ontwikkelen. Daarom werk ik ook zo graag voor AZ Monica, een ziekenhuis dat duidelijk wil groeien en ambitie toont. Dat is erg belangrijk voor mij. Ook de hartelijke en familiale sfeer zorgen ervoor dat ik mij hier thuis voel.

Ik heb uiteindelijk veertien jaar in het Stuivenbergziekenhuis gewerkt als MUG-verpleegkundige op de spoeddienst en op Intensieve Zorgen. In die periode werd ik ook verantwoordelijk voor de reanimatietraining en de provinciale werkgroep rond vroegtijdige defibrillatie. Binnen die taak begeleidde ik nieuwe collega’s van de MUG. Een adjunct-hoofdverpleegkundige was er toen niet, dat is hier in AZ Monica wel het geval. Had die functie toen bestaan, had ik dat heel graag gedaan.

Durf uw kop uitsteken!

Ik voel de grootste sympathie voor de collega’s die op een gezonde en kritische manier een eigen standpunt ontwikkelen en soms ook overwegen om zelf in een leidinggevende functie te stappen. Ze komen me wel eens vragen: “Goh, zou dat iets voor mij zijn?”. Ik zal hen altijd motiveren om die uitdaging aan te gaan, als je je kop durft uitsteken is dat altijd mooi, zeker in de zorg waar je streeft naar de belangen van de patiënt.

Dat vat voor mij de missie van AZ Monica samen: samen op een respectvolle en vriendelijke manier die kwaliteitszorg aanbieden. Na veertien jaar in deze sector weet ik dat dat geen loze woorden zijn. Het vraagt geloof, doorzettingsvermogen en daadkracht, maar als ik dan denk aan mijn traject dan geloof ik vooral in een verbindende houding met een oprechte interesse in elkaars belangen en dat gemeenschappelijk doel: onze patiënt. Die verbindende factor is voor mij heel belangrijk, ook al is samenwerken soms uitdagend. Maar ik geloof dat er voor elke uitdaging een oplossing bestaat en dat de balans uiteindelijk positief doorweegt.

Die verbinding zoeken is wat mij betreft ook de kern van leiding geven. Iedereen moet al eens water bij de wijn doen, maar de kracht is dan om iedereen het gevoel te geven dat er naar hen oprecht is geluisterd, dat misschien niet alles meteen lukt, maar dat we minstens iets opbouwen.

Ik krijg er ook veel voldoening van om concrete doelstellingen te behalen. Als de werkgever mij zou zeggen: “Dat moet af zijn in mei.”, dan zal dat ook af zijn tegen dan. Maar je moet ook mensen zover krijgen om samen naar die doelstellingen te willen werken. Een goede dosis empathie is dan zeker nodig.

AZ Monica als onbekend terrein

Ik ben hier sinds kort en mijn peter, Huub, gaat volgend jaar met pensioen. Het is de bedoeling dat ik beetje bij beetje de afdelingen, functies en zorgprogramma’s waar hij toezicht op houdt onder mijn vleugels neem. Momenteel doe ik dat al voor spoed en Intensieve zorgen waarbij ik heel erg kan steunen op Dorien (Diels, directeur verpleging). Samen met Huub leerde ik intussen ook de pediatrie, de spoedgevallendienst, de operatiekamers… kennen en de context en structuur van elk departement. Ik kijk er ontzettend naar uit om mij de komende maanden in alle diensten in te werken en hun zorgprogramma’s verder uit te tekenen.

Ik moet nog heel veel uitpluizen en veel vragen stellen aan iedereen. Voor mezelf is dat niet echt een prettig gevoel omdat ik in Lier (waar Tom veertien als zorgmanager werkte, n.v.d.r.) de persoon was aan wie ze alles kwamen vragen. Toen was ik de ancien, en nu de nieuweling. Maar het is uiteraard tof om enerzijds al die nieuwe mensen te leren kennen en anderzijds te leren wat de regelgeving en invulling is van die diensten bij AZ Monica. Voor mij is dat ook echt intellectueel verfrissend om terug uit mijn comfortzone te komen. Ik hoop op termijn al die diensten samen met de vele collega’s naar een hoger niveau te tillen en de hoofdverpleegkundigen mee te begeleiden in hun leiderschapstraject. Zo hoop ik onze missie concreet te maken.