Nierbiopsie

Een nierbiopsie wordt uitgevoerd op de dienst urologie, ofwel door een nierspecialist, ofwel door een uroloog. Via echografie (afbeelding van de inwendige organen door middel van geluidsgolven) wordt de juiste plaats voor de punctie opgezocht en worden er met een dunne naald één of meerdere stukjes weefsel (biopten) uit de nier weggenomen voor verder laboratoriumonderzoek.

Verloop

Het onderzoek

Tijdens het onderzoek lig je op je buik op de onderzoekstafel. Je huid wordt ontsmet met alcohol en je rug wordt afgedekt met een steriele doek die een opening heeft waarlangs de biopsie verricht wordt.

De arts brengt in je flank, ter hoogte van de nierstreek, een koud aanvoelende steriele gel aan en strijkt met de kop van het echografietoestel over de huid om de juiste plaats van de punctie op te zoeken en met stift aan te duiden. De biopsieplaats zal verdoofd worden met enkele inspuitingen die vervelend, koud of branderig kunnen aanvoelen.

Eens de verdoving is ingewerkt, maakt de arts een kleine insnede in de huid waarlangs de holle biopsienaald kan worden ingebracht. Tijdens het uitvoeren van de biopsie zal de arts vragen om nadrukkelijk in- of uit te ademen en dan de adem in te houden. Doordat alleen de huid kan verdoofd worden en niet de nier, kan het wegnemen van het nierweefsel voelbaar zijn.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Na het onderzoek

Na het uitvoeren van het onderzoek is het noodzakelijk om 24 uur strikt bedrust aan te houden om de kans op nabloeding te verminderen. De ochtend na het onderzoek mag je, na toestemming van de arts, uit je bed komen.

Vermijd persen, tillen en sporten tot een week na de nierbiopsie.

Na een week en na controle door de arts, kunnen de normale activiteiten terug hernomen worden.

 

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door