Heelkundige behandeling okselklieren
De borst draineert lymfevocht via de lymfebanen naar de okselklieren. Op deze manier kunnen ook kankercellen naar de okselklieren draineren. Tot voor kort was het alleen mogelijk te weten te komen of de okselklieren aangetast waren door kanker door alle okselklieren te verwijderen en te laten onderzoeken door de anatoompathologen. Alle okselklieren verwijderen heeft echter veel nadelen. Tot 20% van de patiënten klaagt van pijn, een verminderd gevoel of verminderde kracht ter hoogte van de geopereerde arm. 20 tot 40% van de vrouwen heeft in grote of kleine mate last van lymfoedeem (een dikke arm).
70% van alle vrouwen met borstkanker heeft echter geen kwaadaardige cellen in de klieren. Dit betekent dat de oksel eigenlijk niet verwijderd had moeten worden. Om een onnodige volledige wegname van de okselklieren te verwijderen, wordt de sentinelklier procedure toegepast.
Sentinelklier of schildwachtklier
De sentinelklier of schildwachtklier is de eerste klier waar langs het lymfevocht vanuit de borst passeert en is dus ook de eerste klier waar de kwaadaardige cellen kunnen toekomen. Vanuit deze eerste klier gaat het lymfevocht dan verder naar de klieren die erachter liggen. Er kunnen een, twee, drie of meer eerste klieren zijn, maar meestal gaat het om een sentinelklier. Als de sentinelklier geen kwaadaardige cellen bevat, dan hebben de achterliggende klieren ook geen kwaadaardige cellen en moeten ze niet allemaal verwijderd worden.
Als de sentinelklier wel kwaadaardige cellen bevat, dan moeten alle okselklieren verwijderd worden. Als de chirurg enkel de sentinelklier(en) moet verwijderen, betekent dit een kleinere snede in de oksel, waardoor je minder hinder ondervindt van het litteken. Ook is de kans op lymfoedeem kleiner.
De radioactieve stof wordt ingespoten op de dienst nucleaire geneeskunde. De sentinelklier zal als eerste deze radioactieve stof ontvangen. De radioactieve stof zal dus in hogere mate aanwezig zijn in de sentinelklier dan in de andere klieren. Daarna wordt er een foto (lymfoscintigrafie) van de oksel genomen, waarop de klieren die voldoende radioactiviteit bevatten zichtbaar zijn (sentinelklieren). Zo is het mogelijk om te zien hoeveel sentinelklieren er aanwezig zijn in de oksel. Het inspuiten van de radioactieve stof en het maken van de foto gebeuren de dag van de operatie. De blauwe kleurstof wordt ingespoten door de chirurg in de borst vlak voor de operatie. Deze kleurstof gaat ook met het lymfevocht mee en blijft hangen in de sentinelklier die daardoor blauw kleurt. Dit is een bijkomende hulp bij het zoeken naar de sentinelklier.
Tijdens de operatie gaat de chirurg, na het maken van een kleine snede in de oksel, op zoek naar de sentinelklier. Dit doet de chirurg met een gammaprobe, dit is een instrument dat de radioactiviteit meet. Dit geeft aan waar de hoogste radioactiviteit in de oksel is en zo vindt de chirurg de sentinelklier. Deze kleurt daarbij ook blauw. Indien de sentinelklieren tijdens de operatie niet worden gevonden, dan worden alle okselklieren meteen verwijderd.
De sentinelklieren worden tijdens de operatie onderzocht door de anatomopatholoog. Het resultaat wordt tijdens de ingreep al doorgegeven aan de chirurg waardoor de chirurg weet of alle okselklieren moeten verwijderd worden of niet.