Looprecorder implantatie

Via de implantatie van een looprecorder of hartritme-monitor wordt jouw hartritme gedurende enkele jaren in de gaten gehouden. Hierdoor kan men nagaan of een hartritmestoornis verantwoordelijk is voor klachten zoals duizeligheid, bewustzijnsverlies of snelle hartkloppingen.

Voor de ingreep

Voorbereiding

• Je hoeft niet nuchter te zijn.
• Je brengt jouw medicatielijst mee:
  • Bloedverdunners zoals Pradaxa^®, Xarelto^®, Lixiana^®of Eliquis^® MOETEN 24 uur tot 48 uur vooraf onderbroken worden, in samenspraak met jouw behandelende arts.
  • Bloedverdunners Asaflow^®, Cardioaspirine^®, Plavix^®, Efient^®, Brilique^® en zelfs Marcoumar^®, Sintrom^® of Marevan^® hoeven NIET onderbroken te worden voor de procedure.
• De verpleegkundige vraagt om een medische vragenlijst in te vullen.

Verloop van de ingreep

• De ingreep vindt plaats op de cathlab afdeling en duurt meestal 15 tot 20 min.
• Je krijgt een infuus om tijdens de procedure medicatie (pijnstilling, antibiotica) te kunnen toedienen.
• Jouw huid wordt schoongemaakt en lokaal verdoofd links van het borstbeen. Via een insnijding van 1,5 cm wordt de looprecorder onder de huid geplaatst en de wonde wordt gesloten.

Na de ingreep

In het ziekenhuis

• Je wordt naar de Cardio Lounge gebracht, waar je een tweetal uur wordt geobserveerd.
• Als er zich geen lokaal hematoom (onderhuidse bloeding) ontwikkelt, kan je het ziekenhuis nadien verlaten.
• Er geldt geen rijverbod.
• Je mag de dag nadien opnieuw werken.

Thuis

• De eerste vijf tot zeven dagen moet je het verband gesloten en drooghouden.
• Na zeven à tien dagen laat je de wonde nakijken door jouw huisarts.

Controle van de looprecorder

• De eerste controle van het toestel wordt gepland vier tot zes weken na de implantatie en daarna om de drie maanden (of met grotere intervallen in functie van de bevindingen en jouw klachten).                           
• Technische controle op afstand is ook mogelijk (telemonitoring).

Galerij