Traanwegen
Meer informatie over deze aandoening is terug te vinden op oogkliniek.be |
Volwassenen
Als het oog binnen- en buitenshuis traant, kan het zijn dat er een probleem is in het afvoersysteem van de tranen. Vuile tranen of slijmvorming in het traanfilm en drukgevoelige of rode zones aan de neusbrug kunnen wijzen op een traanzakontsteking.
Onderzoek
Via de spleetlamp wordt er gekeken naar de positie en gezondheid van je oogleden, traankanaalingang en tranenfilm. De trananfilm wordt aangekleurd met fluoresceïne.
Als de oogarts een traanwegprobleem verdenkt, wordt er een doorspoeltest (Aneltest) gedaan. Daarbij wordt het traanwegsysteem doorgespoeld. Als het fysiologisch water terugvloeit naar het oog, is er verder onderzoek (en mogelijks een ingreep) nodig.
Uitzonderlijk moet er ook een digitale subtractiedacryocystografie (DSD) worden uitgevoerd door de traanwegchirurg.
Behandeling
Als het tranen gevolg is van slecht gepositioneerd of slecht functionerend ooglod, is er ooglidchirurgie nodig. Als het gevolg is van een probleem is het traanwegafvoersysteem, zijn er verschillende mogelijkheden.
- verwijding van de traanpuntjes
- plaatsing van mono- of bicanaliculaire traanwegstent
- dacryocystorhinostomie (DCR) (passage gemaakt tussen neusholte en traanzak)
- lagodacryorhinostomie (plaatsing van tube van Jones tussen ooghoek en neusholte)
Kinderen
Bij kindjes komen tranende oogjes in het eerste levensjaar vaak voor. Bij pasgeborenen is het traanwegsysteem niet altijd volledig doorgankelijk, waardoor het oog soms afscheiding geeft.
Onderzoek
Tussen negen en twaalf maanden genezen de klachten meestal spontaan. Als dat niet gebeurt, kan je je kindje laten onderzoeken op eventuele andere oorzaken van een tranend oog.
Behandeling
Een traanwegsondage kan de problemen verhelpen. De vliesjes, die nog van voor de geboorte in het traanwegsysteem zaten, worden dan doorprikt. Bij oudere kinderen kan de sonde gecombineerd worden met een bicanaliculaire sonde, een ingreep die gebeurt onder algemene verdoving.